Eerder dit jaar publiceerden we met All.Can Belgium ons memorandum rond kankerzorg in België. Daarin lijsten we een reeks onderbouwde aanbevelingen op voor de volgende beleidsploeg, onderverdeeld in vier grote thema’s: preventie & screening; kwaliteitsvolle zorg; nieuwe therapieën; en oncologisch onderzoek.
Onze voorzitter prof. dr. Ahmad Awada voegt daar graag een vijfde thema aan toe. Een onderwerp dat als een rode draad doorheen het volledige memorandum loopt en samenvat waar All.Can Belgium voor staat: efficiëntie.
Prof. Awada, efficiëntie is misschien wel hét stokpaardje van All.Can Belgium. Waarom hameren jullie zo sterk op het belang van efficiëntie in kankerzorg?
“In oncologie zijn er enorm veel noden, maar de middelen zijn niet onbeperkt. Zoiets heeft natuurlijk consequenties. Elke nood op zich mag dan wel relevant zijn, we weten dat we onmogelijk alle noden tegelijkertijd kunnen beantwoorden. En dat we dus keuzes moeten maken.”
‘Efficiëntie is voor All.Can Belgium geen doel op zich, wel een middel om het meeste te halen uit de beschikbare middelen voor kankerzorg.’
“Het komt erop aan om eerst zeer goed te begrijpen wat de noden allemaal zijn om vervolgens prioriteiten te bepalen: waar moeten we eerst op inzetten? Dat vormt voor ons de kern van een efficiënt kankerbeleid. Efficiëntie is voor All.Can Belgium dus geen doel op zich, wel een middel om het meeste te halen uit de beschikbare middelen voor kankerzorg.”
“Je kan de vergelijking maken met kankerzorg zelf. Naast een verschrikkelijke klap is de diagnose van kanker voor veel mensen een bruuske confrontatie met hun eindigheid. In het licht daarvan gaan ze op zoek naar wat er écht van belang is voor hen. Doen ze dat omdat ze efficiëntie op zich belangrijk vinden? Neen, wel omdat ze het maximum willen halen uit hun tijd hier op aarde.”
Laat ons dat ineens concreet maken. Wat is er nodig om de efficiëntie van kankerzorg in België te verbeteren?
“Idealiter start je bij een gedetailleerd beeld van de huidige situatie rond kankerzorg in België. In 2008 was ik één van de mensen die mee aan de basis lagen van het nationale kankerplan. Met een heleboel specialisten hebben we toen een mapping gemaakt van de situatie in kankerzorg op dat moment: hoe was het gesteld met de verschillende facetten van kankerzorg in België, wat liep er goed, wat moest er absoluut beter, et cetera?”
“Die analyse diende toen als een soort kompas om tot een efficiënt kankerbeleid te komen. De politiek heeft erop voortgebouwd om datzelfde jaar het allereerste nationale kankerplan te lanceren, opgebouwd rond duidelijke prioriteiten en met concrete acties.”
We hebben dus een nieuw kankerplan nodig?
“Een kankerplan is altijd welkom, maar in de sector voelen we dat het politieke draagvlak om een nieuw plan te ontwikkelen er vandaag niet is. En laat me meteen duidelijk zijn: zo’n plan is erg waardevol, maar het is niet de énige manier om de efficiëntie te verhogen.”
‘Een kankerplan is erg waardevol, maar het is niet de enige manier om de efficiëntie in kankerzorg te verhogen.’
“Eenzelfde oefening maken als in 2008 zou maanden en maanden werk vragen en heel veel mensen en middelen vergen. Dat een nieuw plan vandaag geen politieke prioriteit is, heeft vooral daarmee te maken. Maar dat betekent niet dat we niets kunnen doen. We kunnen, of beter, we moeten het bestaande kankerplan tegen het licht houden en de prioriteiten updaten. Dat is het minimum als we de kwaliteit van kankerzorg de komende jaren willen behouden en het liefst verbeteren.”
“Met All.Can Belgium hebben we daarom met al onze stakeholders, van patiënten en zorgverleners tot de academische wereld en de industrie, vier domeinen afgebakend die volgens ons prioriteit verdienen. Onze boodschap aan beleidsmakers? Focus daarop tijdens de volgende legislatuur.”
Wat zijn die vier prioritaire domeinen van All.Can Belgium?
“Preventie en vroegdetectie; kwaliteit van kankerzorg; innovatie; en studies. Wie onze aanbevelingen in detail wil kennen, verwijs ik graag naar ons memorandum. Maar ik licht er voor elk domein graag enkele kernelementen uit.”
“Het belang van preventie en vroegdetectie spreekt natuurlijk voor zich. Voorkomen is altijd beter dan genezen. En als dat niet lukt, moet je er zo vroeg mogelijk bij zijn. In het belang van de patiënt zelf, maar ook in dat van de maatschappij. De WHO duidt vroegtijdige opsporing aan als één van de meest effectieve maatregelen om de impact van kanker op gezondheidszorgsystemen in te perken.”
“Daarbij moeten we ook kijken rond welke kanker we de grootste impact kunnen maken. Met All.Can Belgium hebben we vorig jaar bijvoorbeeld de campagne Get Checked Early gelanceerd naar jongeren en jongvolwassenen rond drie types kanker, omdat we vaststelden dat ze relatief vaak voorkomen bij jongere mensen en laat worden opgemerkt: borstkanker, teelbalkanker en sarcoma.”
“Met ons memorandum roepen we beleidsmakers op om in de volgende legislatuur ook werk te maken van gerichte acties rond preventie en vroegdetectie van specifieke kankers.”
Het tweede domein dat jullie naar voren schuiven is kwaliteit van kankerzorg. Wat moeten beleidsmakers daar zeker rond weten?
“Onze belangrijkste boodschap hier is: kwaliteit van kankerzorg is nooit verworven, je moet eraan blijven werken. We hebben een aantal punten rond kwaliteit verzameld die wat ons betreft hoog op de agenda moeten staan van beleidsmakers. Dat gaat van meer aandacht hebben voor het perspectief van patiënten en voor psychosociale ondersteuning tot de verdere concentratie van complexe kankerzorg en meer aandacht voor de effecten van kanker op andere orgaansystemen.”
De volgende twee domeinen hangen nauw met elkaar samen, innovatie en onderzoek. Hoe scoort België op dat vlak en wat kan en moet er beter?
“Kijken we naar de beschikbaarheid van innovatieve kankertherapieën in België, dan moeten we eerlijk zijn. België scoort niet slecht maar ook niet goed. We zijn middelmaat. Met All.Can Belgium vinden we dat we beter kunnen én moeten doen.”
‘Op het vlak van innovatie in kankerzorg scoren we vandaag middelmatig met België. We kunnen en moeten beter doen.’
“Dankzij vooruitgang in technologie, informatica, bio-informatica… begrijpen we kanker steeds beter. Terwijl we vroeger gewoon over ‘borstkanker’ spraken, hebben we het vandaag over minstens 11 verschillende moleculaire profielen van borstkanker. Die segmentering zie je ook bij andere kankers en laat ons toe om steeds betere, meer gepersonaliseerde behandelingen ontwikkelen. Waardoor er een (positieve!) tsunami aan innovaties ontstaat.”
“Toen ik mijn carrière 30 jaar geleden startte, zag je elke 2 à 3 jaar 1 of 2 nieuwe kankertherapieën opkomen. Vandaag gaat het om 2 à 3 nieuwe innovatieve therapieën elke 3 maanden! Dat zijn er 8 à 12 per jaar, tegenover minder dan 1 per jaar vroeger…”
“Overheden hebben vandaag moeite om al die nieuwe therapieën voldoende snel te ‘verwerken’, en dat is logisch. Ons terugbetalingsmodel is er gewoon niet aan aangepast. Het terugbetalingsmodel moderniseren is daarom wat ons betreft noodzakelijk om waardevolle innovaties op een efficiënte manier te laten doorstromen tot bij patiënten.”
“De steeds verregaandere segmentering van kanker in subtypes heeft ook gevolgen voor translationeel en klinisch onderzoek. Op dat vlak scoren we wél goed met België, maar die positie komt steeds meer onder druk te staan. Door de segmentering van kankers worden doelgroepen steeds kleiner, terwijl je voor studies natuurlijk voldoende patiënten moet kunnen verzamelen. Dat stelt extra uitdagingen voor een klein land als België.”
“Willen we onze sterke positie als ‘studieland’ behouden, dan zullen we moeten durven. We schuiven daar concrete aanbevelingen rond naar voren in ons memorandum. Zo moeten autoriteiten de academische wereld actief durven helpen om studies aan te trekken, maar bijvoorbeeld ook de methodologie voor studies in ons land durven moderniseren. Doen we dat, dan kunnen we toonaangeven worden in Europa.”